Project omschrijving
De rekentoetsen voor leerlingen met ernstige
rekenproblemen (ER)
rekenproblemen (ER)
Onderzoek naar de ER-doelgroep en prestaties op de rekentoets
Auteur(s): | Meijer, J., Buisman, M., Christoffels, I., Groot, A., Jonker, V., Kuijper, S., & Wijers, M. |
Publicatiedatum: | november 2018 |
Het einddoel van het rekenonderwijs is om leerlingen op te leiden zodat ze adequaat kunnen
omgaan met rekenkundige informatie in het (vervolg)onderwijs en in het dagelijks leven. Met de
invoering van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen is in 2010 voor alle
onderwijssectoren vastgelegd wat leerlingen minimaal moeten beheersen op het gebied van taal
en rekenen. Deze eisen staan beschreven in het Referentiekader, waarin drie niveaus worden
onderscheiden: 1F, 2F en 3F (Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen, 2008). De
rekenvaardigheden zoals beschreven in het referentiekader worden centraal getoetst in het
voortgezet onderwijs (vanaf schooljaar 2014-2015) en middelbaar onderwijs (vanaf schooljaar
2016-2017) door middel van de rekentoets1.
Sommige leerlingen hebben echter structurele, ernstige problemen met rekenen zoals
dyscalculie. Voor deze leerlingen met ernstige rekenproblemen (ER) is een aparte rekentoets
ontwikkeld: de ER-toets. Deze is niet gemakkelijker dan de reguliere rekentoets en de inhoud
van de rekentoets biedt voldoende basis om door te stromen naar vervolgonderwijs. Wel houdt
de ER-toets rekening met de specifieke beperking bij rekenen van leerlingen. Het gaat dus om
een toets die niet het struikelblok wordt voor leerlingen met een ER indicatie die op een
opleiding zitten die goed bij hun mogelijkheden past, maar die wél de vereiste vaardigheden
voor het vervolg toetst en die past binnen de geldende referentieniveaus.

Onderzoeker(s)
Gerelateerde publicaties

Kwaliteit en kwantiteit van docenten
Kwaliteit en kwantiteit van docenten
In dit paper brengen we een aantal actuele ontwikkelingen en onderzoeksresultaten in het beroepsonderwijs in kaart. Zowel vanuit het perspectief van docenten, instructeurs en praktijkopleiders, als vanuit het perspectief van beginnende docenten, masteropgeleide en gepromoveerde docenten. Al deze onderwijsprofessionals en de studenten die zij opleiden verdienen een aantrekkelijk beroepsperspectief en een goede voorbereiding daarop.
Werk hebben en werk houden in het mbo
Employability van onderwijsgevend personeel
Employability is het vermogen om werk te verkrijgen en/of te behouden. De employability van onderwijsgevenden in het mbo is iets lager dan gemiddeld in Nederland. Een hogere employability heeft een positief effect op de loopbaan. En employability wordt vooral bepaald door persoonsgebonden en in tweede instantie organisatiegebonden factoren, en minder door functiegebonden factoren.Ervaren werkdruk in het mbo
Onderzoeksverslag
Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten; in onderzoek, beleid en in de media. Veelal gaat dit echter over het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs en blijft het mbo onderbelicht. Dit terwijl docenten in het mbo een hoge werkdruk ervaren, zoals blijkt uit het onderzoek naar medewerkerstevredenheid van de sector.
Gerelateerd nieuws
Van masterstudent naar masterdocent
Een literatuurstudie naar succesvolle interventies. Onderzoek naar de betekenis van onderwijsonderzoek door docenten.